Speciaal onderwijs – Revalidatie – Zorg

Ergotherapie

Ergotherapie helpt kinderen zo zelfstandig mogelijk te functioneren thuis en op school.

Een ergotherapeutische behandeling kan bestaan uit het trainen en begeleiden van dagelijkse activiteiten en uit het geven van adviezen aan ouders en leerkrachten over adequate begeleiding van een kind. Vaak wordt de therapie in spelvorm aangeboden, omdat gebleken is dat het leereffect dan het grootst is.

Advies kan ook worden gegeven over aanpassingen en hulpmiddelen die het kind nodig heeft om de dagelijkse handelingen te ondersteunen, zoals zitvoorzieningen, vervoersvoorzieningen, tilliften, aangepast schrijfmateriaal, specifieke bedieningsmogelijkheden voor computers, aangepast bestek, kleding.

Oefeningen voor de zintuigen: voor een aantal kinderen levert het begrijpen en handelen extra problemen op omdat hun zintuigen niet optimaal werken of de signalen uit de zintuigen niet goed verwerkt worden. Slechtziendheid of slechthorendheid zijn duidelijke voorbeelden, maar problemen met het verwerken van evenwichtsprikkels, diepe spiergevoel en gewrichtsgevoel en tastprikkels vallen minder op, terwijl ze net zoveel problemen kunnen veroorzaken.

Samenwerken met twee handen: het bouwen van een toren van duplo, het scheuren, prikken en plakken, het rijgen van een ketting, het werken aan de computer met behulp van de kidtrack en/of joystick, een pot opendraaien, veters strikken, een knoop dicht maken, een plaatje uitknippen, een dop op je pen doen zonder dat je er echt naar kijkt, eten met vork en mes. Deze handelingen zijn voor sommige kinderen moeilijk of niet uitvoerbaar omdat ze soms maar 1 hand goed kunnen gebruiken en de andere niet. Of hun spieren zijn te gespannen of juist te slap, of ze zijn onhandig en krijgen het samenwerken met twee handen niet vanzelf onder de knie.  Om deze tweehandige vaardigheden te beheersen worden bepaalde aspecten van de sensomotorische ontwikkeling geoefend of op een andere manier aangeleerd of er wordt gezocht naar een hulpmiddel zodat het kind de gewenste activiteit toch kan uitvoeren.

Schrijfoefeningen: schrijven is een ingewikkelde vaardigheid, waarin allerlei facetten van de ontwikkeling samenkomen. Spierkracht, zien, voelen, coördinatie, ritme, denkprocessen enz. zijn onderdelen die nodig zijn om te kunnen schrijven. In de opbouw van (voorbereidende) schrijfvaardigheden wordt bekeken in welke ontwikkelingsfase een kind zit. Om het schrijven te oefenen wordt gewerkt aan de oog-handcoördinatie en aan de coördinatie van armen en handen om de pen goed vast te kunnen houden. Om letters te kunnen maken moet het kind ruimtelijke begrippen begrijpen zoals vorm en richting. In samenwerking met de leerkracht wordt een keuze gemaakt voor verbonden schrift of blokschrift. Wanneer het schrijven met een pen te moeilijk is maar het kind kan wel leren lezen en met letters werken, dan worden de mogelijkheden onderzocht van het gebruik van een computer of laptop, met of zonder extra hulpmiddelen.

Zelfredzaamheid: voor kinderen die moeite hebben met het aanleren van vaardigheden als aan- en uitkleden, veters strikken, sluitingen, eten en drinken, toiletbezoek en zelfverzorging wordt gekeken naar de oorzaak van het probleem. Dit kan komen doordat zij beperkingen hebben op motorisch of zintuiglijk gebied of doordat hun inzicht in handelen of hun leervermogen vertraagd of beperkt is. Het kan zijn dat de activiteit aangeleerd moet worden of extra geoefend, veters strikken met één hand, een andere volgorde bij het aankleden, een speciale methode van aanleren. Vervolgens wordt dit overgedragen naar de klas of ouders omdat er meer effect zal zijn wanneer er vaker geoefend wordt. Voor kinderen die niet zonder hulp kunnen, wordt gezocht naar manieren waarop zij zo min mogelijk hulp nodig hebben, er wordt gekeken hoe zij het beste geholpen kunnen worden en gezocht naar hulpmiddelen en voorzieningen die hen en hun verzorgers zo goed mogelijk kunnen ondersteunen.

Zithouding: goed zitten is belangrijk om ontspannen mee te kunnen doen aan de schoolactiviteiten die aan tafel of in de kring gedaan worden. Onderuitglijden, scheefzakken, te gespannen zitten zorgen ervoor dat je niet goed met materialen kunt werken. Schrijven of tekenen en op een lijntje werken is dan niet goed mogelijk. Het kan ook moeilijk zijn om een pen goed vast te houden of de bewegingen goed te sturen. Daarnaast is de zithouding van invloed op de mate van alertheid (concentratie) tijdens leermomenten. Voor sommige kinderen is werken aan een schuine tafel nodig of is een specifieke zitvoorziening zoals een paardstoel of een in hoogte verstelbare en aangepaste stoel nodig. Tijdens de ergotherapiebehandeling wordt specifiek gekeken naar de meest adequate zit- en werkhouding zodat het kind een zo optimaal mogelijke houding heeft om te kunnen spelen en werken.

Hulpmiddelen en voorzieningen: veel kinderen hebben door hun motorische of zintuiglijke beperkingen hulpmiddelen nodig om hun dagelijkse handelingen te ondersteunen. Niet alleen op het gebied van vervoer (rolstoelen, fietsen, autostoeltjes, rollator) maar ook op het gebied van therapie (sta-tafel, ligorthese, zitorthese) en ADL (toiletstoel, douchestoel, tillift, hoog/laag bed) wordt tijdens een regelmatig terugkerend voorzieningenspreekuur op school geadviseerd en gepast. Hierbij zijn aanwezig de ouders, indien nodig de behandelend fysiotherapeut en de verschillende leveranciers.